G7 roept op om voedselexport te blijven garanderen

ROME - Canada, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hebben de internationale gemeenschap opgeroepen om in het kader van het conflict rond Oekraïne geen maatregelen te nemen die de export van voedingsproducten bemoeilijken. Op die manier willen de G7-landen voorkomen dat de huidige prijsstijgingen nog hoger worden en moet de voedselverdeling voor ontwikkelingslanden veiliggesteld worden.

Oekraïne en Rusland zijn belangrijke producenten van voedingsgrondstoffen. Door de oorlog bereikten de prijzen van onder meer tarwe en maïs al records. Ook de prijs van kunstmeststoffen, als gevolg van de dure energie, baart de landbouwsector zorgen. Vooral in de armere landen bestaat het gevaar op een voedselcrisis.

De VN toont zich ook erg bezorgd over de voedselverdeling in ontwikkelingslanden. Uit een simulatie van de Voedsel- en Landbouworganisatie FAO blijkt dat er miljoenen mensen ondervoed dreigen te raken wanneer de graanexport vanuit Oekraïne stokt.

De FAO schat dat het aantal ondervoede mensen wereldwijd tegen 2023 met 8 miljoen zal stijgen tot 13 miljoen wanneer het conflict in Oekraïne nog maanden aanhoudt. Vooral de regio Azië-Pacific, het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Afrika ten zuiden van de Sahara worden getroffen. Volgens de FAO zijn wereldwijd ongeveer 50 landen afhankelijk van de invoer van tarwe uit Oekraïne of Rusland.





Laatste nieuws